De laatste paar weken merk ik dat ik me aan een aantal zaken erger, die ons leven binnensluipen en van geen enkel nut blijken te zijn. Toen ik hierover deze blog ging schrijven en er een aansprekende titel bij wilde bedenken, kwam ik aanvankelijk niet verder dan ‘onzin’.
Maar waar deze titel alles leek te omvatten van wat ik ermee bedoelde, wilde ik toch een meer uitgesproken woord. Dus ben ik op zoek gegaan naar mogelijke synoniemen van onzin, die de lading van mijn blog beter zou dekken. Ik overwoog ‘gekkenwerk’, ‘kletspraat’ en ‘quatsch’.
Van deze drie spreekt quatsch me eigenlijk het meeste aan. Als je het uitspreekt heeft dit synoniem van onzin niet alleen de juiste naam, maar bovenal het geluid dat deze titel bij het uitspreken maakt, lijkt dit welke onzin dan ook direct te vernietigen. Dus op zijn plaats te zetten, waar het thuis hoort.
Quatsch werd het dus. Als je het fel genoeg zegt, lucht het je eventuele ergernis tegelijkertijd ook nog eens op.
Maar waar gaat het nu precies over?
Vorige week ging ik samen met Margreet even bij de visboer langs om een harinkje en gerookte makreel te kopen. Wij houden van vis en het is daarbij gezond vanwege de juiste cholesterol. Goed voor hart en bloedvaten dus.
Margreet doet haar mondkapje voor en gaat de viswinkel in. Ik blijf buiten staan naast de picknick tafel, die voor de winkel van de visboer staat. Er zit een briefje op geplakt, waarop staat dat vanwege de Corona het verboden is de picknick tafel te gebruiken om de gekochte vis te nuttigen. Dan wordt het namelijk een open terras en dat is verboden. Daarom biedt de visboer ons zijn verontschuldigingen aan voor het ongemak, dat de RIVM en Corona hebben veroorzaakt.
Mag ik er wel gewoon gaan zitten wachten tot Margreet met de vis terugkomt uit de winkel?, vraag ik me af. Ja natuurlijk, besluit ik. Dan is het gewoon een bankje op het plein waarop ik zit te wachten tot Margreet terugkomt en is het geen terras. Dus ga ik zitten. Bovendien is ernaast blijven staan wachten toch eigenlijk te gek, als ik ook even kan gaan zitten na de wandeling die we zonet hebben gemaakt.
Ik kijk rustig om me heen en zie op het plein bij de winkels wat kinderen spelen. Wat verderop op een bankje zitten een paar mensen naast elkaar een patatje te eten. Vast uit één huishouden, bedenk ik me. Bovendien een bankje dat bij de openbare ruimte van onze gemeenschap hoort, dus geen terras. Daar mag je dus gaan zitten. Zelfs als je er wat wilt eten.
Net als in het park waar wij zojuist wandelden en we op bankjes en in het gras mensen in de zon zagen zitten met drinken en meegenomen lekkernijen. Dat mag allemaal wel. Als het maar geen terras bij een winkel is.
Dan komt er een BOA het pleintje op fietsen.
Ik onderdruk mijn neiging om voor alle zekerheid direct op te staan en blijf, zij het met enige moeite, ongemakkelijk zitten. Zal dit vandaag mijn eerste Corona bekeuring worden?
De BOA fietst over het plein tot aan het kinderspeelgoed en blijft daar staan rondkijken. Op nog geen 10 meter afstand van mij. Maar er gebeurt verder niets.
Ik kan dus ongehinderd blijven zitten voor de viswinkel. En ook de mensen die op het bankje zitten te eten, kunnen gewoon van hun patatje blijven genieten. Er komt een vader met zijn dochter aanlopen met beide een ijsje in de hand. Ze zijn niet gaan eten op het bankje bij de ijswinkel. Dat mag niet. Het dochtertje gaat bij het klimrek op de grond zitten en haar vader blijft erbij staan. Dat mag wel.
De BOA blijft rustig bij zijn fiets staan, speurt het plein af en constateert dat alles goed gaat. Geen overtredingen, dus heeft ook hij even rust. Als Margreet met de gekochte vis naar buiten komt, lopen we naar de auto om huiswaarts te gaan.
’s Avonds kijken we naar de persconferentie. Er komt wel enige ruimte, maar de lockdown en avondklok blijven intact.
Als de wekker mij de volgende ochtend wekt met een vrolijk deuntje, hoor ik daarna de DJ zich afvragen hoe de nieuwe maatregelen zullen worden toegepast. Hij neemt ons mee in zijn idee hierover. Bij de Ikea zien we in onze gedachten op iedere etage één persoon, die mag winkelen. Het personeel volgt de klant met een verrekijker om te kunnen zien waar die blijft. Is die er nog? Staat hij nu achter het schap uit het zicht? Mogelijk is die doorgelopen naar de volgende afdeling. Even bellen of die daar is aangekomen. Hopelijk komt er tijdig bericht als die de winkel verlaat en de volgende klant naar binnen mag. Later die dag horen we dat Ikea dicht blijft, omdat de maatregelen voor hen niet uitvoerbaar zijn. Ook zeker vanmorgen naar de radio geluisterd.
Onze dochter doet die ochtend in Naaldwijk boodschappen, als zij ziet dat Zeeman open is. Er staat niemand bij de tafel voor de winkel, dus vraagt ze wat hemdjes voor haar baby. De winkeljuffrouw vraagt of ze nog wat boodschappen moet doen. Dat moet ze inderdaad.
‘Als u die nu gaat doen, zorg ik dat uw hemdjes ingepakt klaarliggen als u terugkomt. Helaas moet er voldoende tijd zitten tussen uw bestelling en het moment waarop u de bestelde boodschappen komt ophalen.’
Dus gaat onze dochter eerst naar de bakker. Als ze bij Zeeman terugkomt liggen de hemdjes voor haar klaar.
Nu ik al deze quatsch nog eens rustig overdenk, vraag ik me af hoelang we als gehoorzame burgers hieraan mee blijven doen? Hoe lang houden we deze onzin nog vol? Wanneer wordt het tijd om als gezond denkende burgers anderen een lesje te geven in burgerlijke zin en maatstaven? Of zal de politiek en hun adviesorgaan ons voor zijn? Zichzelf zien staan schamen in deze belachelijke quatsch?
En ineens begreep ik waar de oorsprong ligt van al die bureaucratie.
Het deed me denken aan een bekende spreuk die luidt:
‘Een uitspraak zonder inzicht, geeft inspraak zonder uitzicht.’
Gerard Kulker