Iedereen hoort erbij!

Onlangs nam ik deel aan een zoomsessie van de koepelorganisaties “Ieder(In)’, de Patiënten Federatie en Mind onder leiding van PGO-support. Het thema van de bijeenkomst was: ‘Niets over ons, zonder ons’. De deelnemers werden opgeroepen om de stem van de patiënt overal te laten horen. Bij onderzoek van wetenschappelijke organisaties. Bij de ontwikkeling van geneesmiddelen door de farmacie. Het voeren van een eigen regie bij artsenbezoek en ga zo maar door.
We hebben goed met elkaar van gedachten gewisseld hoe we – tot op het hoogste niveau van de politiek en de zorgverzekeraar – onze stem als patiënt kunnen laten horen. Want, zo werd ons voorgehouden: we moeten groeien naar een inclusieve samenleving. Een samenleving waarin iedereen erbij hoort, mee mag doen en meetelt.

Het was zeker een inspirerende sessie, daaraan heeft het niet gelegen. Maar als je daarna weer terug bent in het gewone leven, valt het me op dat ‘het erbij horen’ ons toch minder vanzelfsprekend afgaat. Ik zag het geworstel van de groep kwetsbaren, die ook graag via de post hun stem willen kunnen uitbrengen bij de komende verkiezingen. De melding van de GGD dat jongeren steeds meer psychische problemen krijgen doordat ze hun vriendjes van school missen, een onderwijsachterstand oplopen, niet kunnen sporten en ga zo maar door. Een en ander maakt pijnlijk duidelijk hoe we verschillende groepen in onze maatschappij in de steek hebben gelaten. Ondanks de poging van de premier, waarmee hij aan het begin van de Coronacrisis jongeren vroeg hem ideeën aan de hand te doen om samen door de crisis heen te komen, is het helaas nooit verder gekomen dan het aanhoren van hun ideeën en hen vervolgens te overtuigen van de ernst van de situatie waarom er geen gehoor kon worden gegeven aan hun inbreng.

Een samenleving waarin iedereen erbij hoort, mee mag doen en meetelt.


Een en ander maakt pijnlijk duidelijk, dat we niet hebben geleerd om te differentiëren. Onderscheid te maken in de behoefte van andere mensen en daaraan tegemoet te komen. Alles en iedereen wordt onder de norm van gelijkheid over één kam geschoren. Dat lijkt eerlijk en het lijkt beter uitvoerbaar en controleerbaar, maar gezien de rellen en demonstraties is het dat niet. Daar komt bij dat deze handelswijze helaas niet past in een inclusieve maatschappij, waarin iedereen het gevoel heeft erbij te horen en mee te tellen. Een maatschappij waarin saamhorigheid de boventoon voert en geen verzet nodig is.

Het kan natuurlijk zijn dat ik het niet goed zie of jullie een andere mening hebben. Mijn oogarts vond in ieder geval wel dat mijn blikveld wat aan het vertroebelen was en dat ik aan een upgrade nodig had. Ikzelf denk inderdaad dat ik me de laatste tijd te veel heb blindgestaard op de uitzichtloze situatie van de Corona en dat die starheid mij mogelijk in een tunnelvisie heeft doen belanden. Dus om aan die ongewenste situatie te ontkomen, heb ik ingestemd met een staaroperatie die de afgelopen week plaatsvond.
Het was verfrissend te ervaren hoe serieus ik door de oogarts en zijn team van assistenten werd genomen. Ik kreeg uitgebreid informatie over de komende ingreep. Ik mocht zelfs meebeslissen over het soort lens, dat in mijn oog zou worden geplaatst.
Tussen neus en lippen door ontlokte ik de oogarts zelf een compliment. Ik maakte een zo beheerste indruk, dat zij het niet nodig vond mij door middel van een injectie te verdoven! Dat kan gewoon met oogdruppels.

In de aanloop naar de operatie ging het langzaamaan toch wat minder met mijn vertrouwen. De angst voor de operatie kreeg mij in zijn greep. Ik las de folder die ik over de operatie had meegekregen nog eens door en die voorspelde een simpele, routinematige operatie. Een verdoving, prik in de zijkant van het oog, de natuurlijke lens met een vloeistof laten vergruizen en wegzuigen, een nieuwe opgerolde lens inbrengen en uitrollen en klaar is Kees of hoe de oogarts ook mag heten. Een hechting is niet nodig en ook hoefde ik niet te stoppen met mijn bloedverdunners. De hele ingreep is door de verdoving ook niet pijnlijk.
Maar toch . . . de angst bleef zo nu en dan zijn kop opsteken. Oké voor de oogarts is een staaroperatie een routinematige ingreep. Voor mij natuurlijk niet. Kon ik mijn oog tijdens de operatie wel voldoende stilhouden? Wat als ik ineens een andere kant op keek? Mijn hele creativiteit, die ik vaak zo goed kan gebruiken, werkte nu tegen mij en ging met me op de loop. Ik hoorde mijn overleden vader in mijn gedachten tegen mij zeggen: ‘Angst is een slechte raadgever, Gerard!’ Maar hij heeft makkelijk praten. Je moet die angst maar tegen willen houden en er vertrouwen voor in de plaats zetten. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Angst is een slechte raadgever

Hetzelfde probleem zien we eigenlijk bij de Corona bestrijding. Ook daar viert de angst hoogtij. Voor een tweede golf, mogelijk een derde. Voor de Britse variant en de onlangs ontdekte Zuid-Afrikaanse variant. We worden door die angst in een verlammende greep gehouden. Zo verlammend dat de vaccinatie onvoldoende snel op gang komt, het testen ook niet zo loopt als we willen, de plotselinge winter alles nog eens verder vertraagd. De bevolking door de sneeuw en het ijs in een euforische stemming raakt en massaal naar buiten gaat om te schaatsen. Men wil zelfs een Elfstedentocht en de minister van financiën, die zich net nog heeft uitgesproken tegen ‘de tocht der tochten’ verschijnt op de ijsbaan in Thialf. Zelf hij heeft zijn zinnen verloren. En nu is het ineens voorjaar en willen we ook allemaal naar buiten om van de zon te genieten. Het dreigt steeds weer één grote, onbeheersbare chaos te worden. Ondanks alle maatregelen hebben we het niet langer in de hand!

Dus ja, angst blijkt een slechte Raadgever.
En controle die geen draagvlak heeft, zorgt niet voor een goed verloop en verantwoord omgaan met een pandemie. Straffen of belonen zijn van dezelfde medaille. Ze zijn bovendien de bijl aan de wortel van de inclusieve samenleving. In een inclusieve samenleving mag ieder er zijn en heeft zijn eigen plaats, neemt zijn eigen verantwoordelijkheid en draagt bij aan het geheel.
Zo ongeveer als toen er voldoende draagvlak was voor de maatregelen tegen de eerste golf. Waarbij iedereen het gevoel had dat we het met elkaar moesten doen. We meegenomen werden met de adviezen en mee mochten doen en denken. De scholen nog openbleven en niet dichtgingen om de ouders thuis te houden. Kortom we moeten terug naar die inclusieve maatschappij, maar we moeten nog wel leren om die te organiseren en te onderhouden, te vertroetelen misschien wel, maar vooral erin te leven. Met elkaar, ieder op zijn unieke plaats, gewaardeerd en meetellend.

Mocht je na dit alles nog willen weten hoe het mij is vergaan bij mijn operatie? Natuurlijk was ik gespannen, maar ik hield me vast aan de mensen die voor mij aan de beurt waren en ogenschijnlijk zonder problemen naar buiten kwamen lopen met een lapje voor hun oog. Oké, mijn bloeddruk en hartslag bleken voor de operatie aan de hoge kant. Maar er werd vriendelijk gevraagd of ik goed lag. Ik kreeg een kussentje in mijn knieholte, zodat mijn benen prettig lagen. Ik kreeg er vertrouwen in en gaf me over. Tot ik toch iets pijn in mijn oog voelde. Ik melde het. De oogarts stopte, vermoede dat de verdoving niet optimaal was, ik kreeg nog wat druppels toegevoegd, er werd rustig tot 10 geteld om de verdoving zijn werk te laten doen en de arts ging verder. Soms voelde ik nog wat, maar geen pijn meer. Gewoon dat er in mijn oog werd gewerkt.
Last dat mijn oog een verkeerde kant op ging, heb ik niet gehad. Het licht boven mijn oog trok zo mijn aandacht dat ik ernaar bleef kijken. Me verwonderde over het kleurenpalet van het licht. Met mijn oude lens, zonder lens en mijn nieuwe lens. Er was iemand die mijn oog depte, desinfecteerde, schoonspoelde, een arts die opereerde en me waar nodig iets vertelde over wat ze deed. Na de operatie werd mijn oog schoongemaakt, ik kreeg mijn lapje en bescherming voor. Er werd gevraagd hoe ik me voelde. Toen ik antwoorde dat het goed met me ging, mocht ik een uitnodigende hand pakken en werd uit de stoel begeleid naar de plaats waar mijn reis naar de operatie begonnen.

Het voelde goed om deel uit te mogen maken van de inclusieve maatschappij van de oogarts rond en in de operatiekamer.

Als we erin slagen dit overal zo te bereiken, dan gaan we een mooie toekomst te gemoed.

Gerard Kulker
Voorzitter

Pin It on Pinterest