Op zoek naar een therapie.
Mw. Dr. Sascha Vermeer, klinisch geneticus
Wat zou het geweldig zijn als er een medicijn zou zijn die de ziekteverschijnselen van de erfelijke cerebellaire ataxie ARSACS kunnen verlichten. De eerste voorzichtige stappen op weg naar de ontwikkeling van een mogelijk medicijn zijn genomen. Hieronder volgt een korte beschrijving.
ARSACS
ARSACS werd voor het eerst beschreven in de Frans Canadese Charlevoix Sageunay regio van Quebec. Lange tijd dacht men dat de ziekte alleen daar voorkwam, maar inmiddels weten we dat de ziekte wereldwijd voorkomt.
In 2008 hebben wij in Nederland de eerste patiënten met de ziekte ARSACS (Autosomaal Recessieve Cerebellaire Ataxie van Charlevoix-Sageunay) geïdentificeerd en zijn de klinische kenmerken van deze patiënten beschreven (Vermeer et al. Neurogenetics 2008 Jul;9(3):207-14).
Wat is ARSACS
ARSACS is een zeldzame erfelijke hersenziekte waarbij er, net als bij ADCA, een probleem ontstaat in de kleine hersenen, het cerebellum. De ziekte kenmerkt zich naast de cerebellaire ataxie, door een uitgesproken stijfheid (spasticiteit) van de benen als gevolg van een probleem in de lange zenuwbanen van het ruggemerg (pyramidebaan). Daarnaast bestaan er gevoelsstoornissen in de benen als gevolg van een polyneuropathie (aandoening van de zenuwuiteinden). De ziekte begint vaak al op kinderleeftijd en neemt in de loop van de tijd langzaam in ernst toe. Veel patiënten kunnen door de ziekte uiteindelijk rolstoelafhankelijk raken. Net als bij andere vormen van ataxie staat de vermoeidheid vaak op de voorgrond.
Oorzaak van ARSACS
De ziekte wordt veroorzaakt door mutaties (= fouten) in het SACS gen, op beide helften van het erfelijk materiaal. Het SACS gen codeert voor het eiwit sacsine.
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat wanneer het sacsine eiwit niet goed functioneert er ook een verstoring is van de werking van de energiefabriekjes in ons lichaam, de zogenaamde mitochondriën (Girard et al.,2012 Jan 31;109(5):1661-6).
Op zoek naar een therapie
Samen met verschillende onderzoekers uit o.a. Canada, Engeland, Italië en Nederland willen we medicijnen ontwikkelen die mogelijk een positieve invloed kunnen uitoefenen op de mitochondriën, en daarmee hopelijk ook op de ziekte. In dit onderzoek werken we o.a. samen met de kinderarts en hoogleraar mitochondriële ziekten, Prof. dr. Smeitink en het bedrijf Khondrion, dat zich bezig houdt met medicijnontwikkeling voor mitochondriële ziekten. Onderzoek van cellijnen afkomstig van een huidbiopt van patiënten met ARSACS naar eventuele medicijnen is gaande; dit onderzoek kan hopelijk bijdragen aan de ontwikkeling van een therapie.
Op het ARSACS symposium in Montréal, Canada in november 2014 is uitgebreid gesproken over de eventuele mogelijkheden van het ontwikkelen en testen van medicijnen. Met als doel de ziekteverschijnselen voor patiënten te verlichten en hun kwaliteit van leven te verbeteren. Voordat we zo ver zijn, hebben we echter nog een hele lange weg te gaan. Want als we aanwijzingen hebben dat bepaalde medicijnen een mogelijk positief effect hebben op celniveau dan volgen er eerst testen in dieren. Pas wanneer dat een positief effect heeft en er geen negatieve bijwerkingen lijken te zijn, kunnen stappen worden gezet voor het testen bij personen. Om uiteindelijk de medicijnen in patiënten te kunnen testen is het nodig om een wereldwijd ARSACS netwerk op te gaan zetten. Zo kunnen we meer patiënten bereiken voor verder onderzoek. Door middel van het binnenhalen van o.a. subsidies hopen we dit te kunnen realiseren.
Wanneer er nieuwe inzichten zijn dan hoop ik u opnieuw te kunnen informeren via deze weg.
Ik hoop dat dit onderzoek uiteindelijk ook mogelijkheden biedt voor de ontwikkeling van medicijnen voor andere vormen van cerebellaire ataxie.
Het is dankzij de bijdrage van patiënten dat dit soort onderzoek mogelijk is.
Voor meer informatie mag u altijd contact opnemen met mij.
s.vermeer.klinisch.geneticus@gmail.com