Hoe bruikbaar is het placebo-effect?
De afgelopen week zat ik te kijken naar een programma over onderzoek bij Parkinson dat door de farmaceut Pfizer werd uitgevoerd. In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een bepaalde stof, die rechtstreeks in de hersenen werd ingebracht en ervoor zorgde dat er meer dopamine in de hersenen aanwezig kwam. Bij Parkinsonpatiënten is er namelijk een gebrek aan dopamine in de hersenen.
Om deze methode als geneesmiddel te kunnen gaan gebruiken, moest het effect van de groep die het medicijn toegediend kreeg 6% hoger zijn dan het placebo-effect bij de controlegroep. Deze laatste groep kreeg niet het geneesmiddel toegediend dat de dopamine in de hersenen deed toenemen.
In de beoordeling van het middel bleek dat de 6% hogere score helaas niet werd gehaald. Wel werd gemeld dat bij bepaalde patiënten, die de stof wel toegediend kregen, een vooruitgang was geboekt van 40, 50 en zelfs 60 %.
Kommer en kwel over het niet mogen doorgaan van het onderzoek naar de volgende fase, die nodig was om het middel tenslotte op de markt te kunnen brengen.
Bij het kijken had ik enerzijds te doen met de Parkinsonpatiënten, die tijdens het onderzoek hoop op enige genezing hadden gekregen. Temeer omdat de farmaceut overwoog met het onderzoek te stoppen nu het gewenste resultaat niet was gehaald. Anderzijds vroeg ik me op basis van de vordering van de bij het onderzoek betrokken Parkinsonpatiënten af hoe hoog het placebo-effect bij de controlegroep was. Dat werd namelijk niet gemeld, maar was zo hoog dat de gewenste 6% verschil niet werd gehaald. Aansluitend kwam de hypothetische vraag bij me op: is ons lichaam bij stimulatie in staat om zichzelf te genezen? Waarom wordt het placebo-effect dan niet beter bestudeerd? Mogelijk kunnen we hiervan beter gebruik maken dan alleen als een bruikbare controlegroep.
Waarschijnlijk zul je net als ik je vervolgens afvragen of het placebo-effect tijdelijk is? En of dat dan komt vanwege het wegvallen van de stimulans die na afsluiten van het onderzoek als ‘nepbehandeling’ stopt?
Artsen willen nog wel eens verzuchten dat er nog zo weinig bekend is over het gezond functionerende lichaam. Het is mijn ervaring dat een arts ook niet altijd kan aangeven waarom iemand ziek is geworden. Hoe medicijnen precies werken is ook niet altijd bekend. Hoe komt bijvoorbeeld de oraal ingenomen stof op de juiste plek in het lichaam? Wel weten we welke symptomen medicijnen wegnemen of dempen en welke bijwerkingen ze veroorzaken. Eigenlijk worden medicijnen ten onrechte geneesmiddelen genoemd. Ze genezen immers in veel gevallen niet, maar verlichten de symptomen met als gevolg dat wij ze lange tijd moeten blijven innemen.
Waarom is er niet meer bekend over ons immuunsysteem? Dat zorgt er in belangrijke mate voor dat we gezond blijven. Wat kunnen we zelf doen om gezond te blijven? Is het placebo-effect hierbij in een studie te gebruiken?
Alweer enige tijd geleden beschreef Machteld Huber het model van ‘positieve gezondheid’. Op zich geen nieuwe visie op gezondheid, maar wel een herhaalde bevestiging dat er bij ziekte meer speelt dan alleen een lichamelijk gebrek. Huber geeft aan dat naast de lichamelijke en mentale kant ook aandacht nodig is voor het hebben van zinvol werk, een bijdrage hebben aan het maatschappelijk gebeuren, een sociaal netwerk hebben, het hebben van gezondheidsinzicht, de manier waarop iemand omgaat met zijn aandoening. Zij pleit ervoor vanuit een breder perspectief de patiënt te benaderen (holisme) en niet vanuit een specialisme die te veel werkt als een kokervisie. Zij verwacht dat met deze insteek de patiënt ook meer als volwaardig mens bij zijn genezingsproces betrokken zal worden.
Op zich is het streven van Machteld Huber niet nieuw, daarom verwonderd het mij dat we er op de een of andere manier niet in slagen het roer echt om te gooien. Ik vraag me hierbij af of een radicalere omslag een betere kans van slagen biedt. Nu wordt mijns inziens te veel de ‘kool en de geit gespaard’. Want, zo wordt gesteld, de gezondheidszorg heeft een betere kwaliteit van leven voor ons bereikt. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren dragen hieraan in belangrijke mate bij, maar de zorg wordt te duur. Daarna worden niet alleen de oplopende kosten aangepakt, maar moet ook het systeem veranderd worden, zijn de protocollen een hinderpaal, kunnen bepaalde (routine) controles beter verdwijnen enzovoort. Waaruit ik concludeer dat het probleem toch complexer is dan alleen de kosten.
Dus pleit ik ervoor een radicalere draai te maken. Meer de gezonde mens te gaan bestuderen en zo meer zicht te krijgen op gezond functioneren. Van daaruit meer geloof te krijgen dat een mens zelf een belangrijke bijdrage levert in het gezond blijven of weer worden. En die kracht te gaan inzetten om genezing te bewerkstelligen. Hiermee bedoel ik niet dat alle medicijnen op de vuilnisbelt kunnen worden gegooid, maar dat medicijnen moeten functioneren als een tijdelijke ondersteuning bij het weer gezond worden. Alleen waar genezing niet mogelijk is omdat het lichaam te veel is beschadigd, is afdempen van symptomen met medicatie gewenst. Deze richtlijn is ook toepasbaar als leidraad voor onderzoek.
Gerard Kulker