Internationale ataxie conferentie 2017

INTERNATIONALE ATAXIE ONDERZOEKSCONFERENTIE 2017
27 – 30 september, Pisa, Italië

Elke twee jaar komen wetenschappers van over de hele wereld bijelkaar gedurende drie en een halve dag om met elkaar te spreken over de laatste ontwikkelingen in het onderzoek naar ataxie. Er waren niet alleen presentaties van onderzoekers die zich richten op ataxie maar ook presentaties van mensen buiten de ataxie wereld om nieuwe inzichten te geven.

Het congres werd bezocht door wetenschappers, artsen, regelgevers, geneesmiddelenindustrie, patiëntvertegenwoordigers en patiënten.

PREPARE

Op woensdagochtend voor dat het congres van start ging, kwam de ‘PREPARE’ groep bij elkaar. Ik was hierbij uitgenodigd als vertegenwoordiger van de Europese ataxie patiënten. PREPARE is een wereldwijd samenwerkingsproject. Het project bestudeert autosomaal recessieve ataxieën (ARCAs).

Bij recessieve ziektes is het gezonde gen de baas. Dus als jouw vader of moeder de fout op één versie van het gen heeft, is hij of zij niet ziek. Want het andere, gezonde gen is de baas. Zij hebben dus één versie van het gen met, en één versie zonder de fout. Maar je ouders kunnen de mutatie wel doorgeven. Ze zijn ‘drager’ van de aandoening. Pas als beide ouders allebei een fout (mutatie) op een bepaald gen doorgeven, erf je de ziekte. Dat is vaak onverwachts, omdat je ouders niet merken dat zij drager zijn. De kans dat ouders de fout allebei doorgeven, is altijd 25%. Er is ook 25% kans dat het kind de fout niet erft, en 50% kans dat het kind drager is.

Recessieve ataxieën (ARCAs) zijn nog zeldzamer dan dominante ataxieën. Door vernieuwde technieken worden steeds meer mutaties bekend die de ARCA’s veroorzaken. Het project richt een wereldwijde database op met patiënten en hun mutatie. Van een groep patiënten waarvan de mutatie nog niet bekend is zal het hele DNA in kaart gebracht worden om de mutatie op te sporen. Op deze manier kan het ziekteverloop van groepen patiënten gevolgd worden. Om meer inzicht te krijgen in de verschillende mutaties, zullen de mutaties in een fruitvlieg model geplaatst worden. Op deze manier hopen de onderzoekers een beeld te kunnen krijgen hoe de mutatie de ziekte veroorzaakt. Later zal er een model in een knaagdier ontwikkeld worden.

Moleculaire basis van de aandoening

Woensdagmiddag ging het congres van start met als thema ‘de moleculaire basis van de aandoening’. De presentaties gingen over het bestuderen van de structuur en functie van genen op een moleculair niveau. Met behulp van moleculaire biologie kunnen genetische mutaties beter begrepen worden.

Er waren presentaties:

· over het vinden van nieuwe gen mutaties
· over de rol van een mutatie op het functioneren van mitochondriën (energiefabriek in cellen)
· over de rol van een mutatie op het doorgeven van elektrische signalen over de wand van de cel
· over de afname van zenuwcelstructuren in de kleine hersenen (SCA1)

De dag werd afgesloten met een receptie in de tuin. Zo kregen we eindelijk de kans om na het drukke programma elkaar te spreken.

Translationele modellen van ataxie

Donderdagmiddag kwam het thema ’translationele modellen van de aandoening’ aan bod. Het gaat over het vertalen van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar de praktijk of te wel van laboratorium tot bed.

Er waren presentaties:

· over SCA7 muismodel
· over meetbare indicatoren bij ataxieën met een verlengd stukje DNA
· over het opruimmechanisme in de cel bij SCA3
· over het dagelijks leven (kwaliteit, depressie, activiteiten) bij SCA1, SCA2, SCA3, SCA6

Patiëntenperspectief

Vrijdagochtend was er een ronde tafel discussie over het patiëntenperspectief. Hieraan was ik uitgenodigd om deel te nemen. Patiënten en zorgverleners werden bevraagd over de diagnose, symptomen, communicatie met familie, kwaliteit van leven, ervaring met klinisch onderzoek, en welke symptomen wij het belangrijkst vinden om te behandelen. Vooral dit laatste aspect is heel belangrijk en verrassend voor onderzoekers. Veel patiënten geven de voorkeur aan zo lang mogelijk duidelijk te kunnen spreken. Meeste onderzoekers richten zich juist op het (niet meer kunnen) lopen. Ook kwam duidelijk naar voren bij de Friedreich’s ataxie patiënten die deelgenomen hadden aan klinische studies dat zij gefrustreerd waren door het gebrek aan communicatie over de studie. Geen van de deelnemers kreeg te horen hoe de studie verlopen was.

Aan het einde van de sessie kregen we van verschillende wetenschappers te horen dat het panel het hoogtepunt van het congres was. Vele fundamentele onderzoekers hebben heel weinig contact met de patiënten. Voor hen is het heel leerzaam te horen hoe families met de aandoening omgaan.

Vrijdagmiddag waren er presentaties over het verloop van de aandoening en hoe de progressie van de aandoening te meten (biomarkers). Ook is er gesproken over de endpoints van een klinisch onderzoek. Endpoints zijn de eigenschappen die in een klinisch onderzoek gemeten worden (loopafstand, functie hand, oogbewegingen, ….). Endpoints zijn ongelofelijk belangrijk bij het opzetten van een onderzoek. De endpoints bepalen of een onderzoek is geslaagd of niet.

De dag werd afgesloten met een diner in ‘Arsenali Repubblicani’ een werf uit de 13e eeuw waar schepen gebouwd en gerepareerd werden.

Klinische onderzoeken

De laatste dag werden er klinische onderzoeken besproken.

· Eén van de presentaties gaf een overzicht van gen therapie bij andere genetische aandoeningen.
· Voor SCA38 loopt er een onderzoek met docosahexaeenzuur.
· Exon skipping bij SCA (onderzoek uitgevoerd in Leiden).
· TALEN of CRISPR gen editing SCA3.
· Effect van acetyl-DL-leucine in cerebellaire ataxie.

———————————————————————————————-

Pin It on Pinterest